Esthetische gezichtschirurgie - Liposuctie en lipofilling

Een ‘dubbele kin’ is een vaak voorkomend gezichtskenmerk. We kunnen dit tijdens een afzonderlijke of adjuvante orthognatische ingreep (osteotomie) behandelen. Liposuctie van de nek kan worden uitgevoerd via drie steekincisies van elk een 2-tal mm onder de kin, en rechts en links onder het oor. Het vetweefsel verwijderen we met een zuigapparaat. In sommige gevallen breiden we de procedure uit naar het gezicht.

Lipofilling is het tegenovergestelde van liposuctie. Wanneer we deze methode op een subtiele manier gebruiken, is het een prachtige aanvulling van ons esthetisch arsenaal. Lipofilling wordt meer en meer algemeen aanvaard en is standaard in ons gebruik verweven.

Lipofilling, of transfer van vrij vet of vettransplantaat, is een procedure waarbij we bepaalde gebieden in het gezicht opvullen met eigen lichaamsvet in plaats van met chemische fillers of implantaten. Het is een heel efficiënte procedure. Lipofilling is niet heel invasief en de resultaten zijn natuurlijk en jeugdig. Een ander voordeel is dat we deze procedure kunnen herhalen indien nodig.

We kunnen vetcellen halen uit andere regio’s van het lichaam, zoals in de buik en buiten- of binnendij. Na voorzichtige filtering wordt het vet vervolgens geïnfiltreerd met de "Maftgun" in de zachte weefsels van het gezicht. Het "Maftgun" apparat laat ons toe kleine sferische bolletjes vet in te brenden op regelmatige gedoseerde wijze dar door overleeft dit vettransplant veel gemakkelijker op de nieuwe plaats. Specifieke anatomische gebieden kunnen zijn: de wangen, de paranasale gebieden (rond de neus), de lippen (voor een mooi en blijvend volume), de hoge en lage wangregio en de temporale gebieden. De resultaten zijn vaak spectaculair.

Nanovet is een vrij nieuw concept binnen het verhaal van de gezichtsverjonging. Het wordt verwerkt uit microvet. Nanovet bevat enkel de stamcellen aanwezig in het geoogste microvet. De vetcellen zelf werden verwijderd. In vetweefsel zit een enorm reservoir van stamcellen. Het nanovet injecteren we met een scherpe naald, meestal oppervlakkig in de onderhuid. Het verbetert de textuur en kwaliteit van de huid.

Het vet dat wordt gebruikt voor overdracht kunnen we via lipsocutie uit eender welk lichaamsdeel halen, zoals de buikstreek of de dijen. Daarna kunnen we het inspuiten waar nodig. Deze cosmetische ingreep kunnen we gebruiken om het gezicht er jonger te laten uitzien, de wangen en lippen meer volume te geven, of problemen zoals uithollingen rondom de ogen of littekens te corrigeren.

Vettransplantatie voeren we gewoonlijk uit onder lokale anesthesie, indien het als afzonderlijke ingreep is gepland. De gebruikte techniek noemen we de techniek van Coleman met behulp van de "Maftgun".

Liposuctie: Elke lichaamsregio met genoeg vetopslag kan dienst doen als donorplaats voor vet. In de meeste gevallen halen we het uit de buikregio of de bovenbenen. Eerst spuiten we een lokaal anestheticum in met vasoconstrictor (bloedvatvernauwer) in het gebied waar geoogst wordt via een kleine insteekincisie. Daarna wordt het vet vacuum opgezogen door middel van een stompe naald met multipele perforaties. Deze koppelen we hiervoor aan een speciale zuiger. 
Het filteren van het vet: Vervolgens filteren we het vet om bloed, kapotte cellen en olie van het oogstproces te verwijderen. Enkel de gezonde vetcellen met enkele stamcellen worden verder gebruikt. 

De liposuctie in de hals en in de gezichtsregio kan aldus eventueel, indien geindiceerd, op de zelfde manier worden uitgevoerd, alleen worden hier dan dunnere afzuigcanules gebruikt.

Vetinjectie: We brengen het dit vet ter plaatse met behulp van zeer fijne canules en de "Maftgun". De kunst van de vetoverdracht is om enkel een heel kleine hoeveelheid vet in te spuiten op één plaats. Op die manier is elk eilandje van ingespoten vetdruppels in rechtstreeks contact met de omliggende weefsels en krijgt het voeding van de omgeving. Door deze techniek maximaliseert de kans van het vet om te overleven. Hoe kleiner de veteilandjes en hoe meer omgeven door omliggend weefsel, hoe beter. We weten dat om en bij 60 % van het ingespoten vet blijft, en daarom overcorrigeren we vaak. Voor de resultaten te optimaliseren gebruiken we de "Maftgun".